In de stromende regen oogst ik wat worteltjes uit het doosje op het rek. De worteltjes drijven in de aarde, kleikorrels komen boven en ook de lenteuitjes kun je zo omhoogtrekken.
Wat een prutzondag, prutzomer. Wat moet je ermee? Ik heb een cyclaam gekocht, hij staat nog in de hoek van bak H te wachten op tijd - die ik nu wel heb en toen niet, en ruimte. Hij wacht tot mijn aardappels gerooid zijn zodat ik bij het cyclamenbakje kan.
Ik wil mijn aardappelzakken hier maar ook bij mijn moeder legen maar het wacht op droge dagen, droge aarde. Bij mijn moeder zou ik ruimte hebben om in de regen te kliederen met modder maar hier niet.
Het landgoed is vol en om die zak te legen moet ik ruimen en schuiven, half binnen, half buiten. De nasturtium die in de zak groeit en bloeit moet ik zien te redden. En een nieuwe bak waarin de lege aarde komt moet ingepast worden achter bak A.
Volgens mijn teeltplan zou ik in de aardappelaarde - de zak heet bak E, dat praat makkelijker wellicht - kool moeten telen. Ik heb nog een paar boerenkoolpogingen maar vrees dat overvloedige waterval en gewoon het niet willen van die kool resulteren in geen boerenkool in bak E. Chinese kool zou kunnen. Ik kijk wel.
Het is grijs overal waar ik kijk en de cyclaam staat verscholen achter en onder de courgettebladeren. Alle nasturtiums bevinden zich buiten mijn zicht. Ik zie alleen iets van de bloei van de nagezaaide pronkbonen die weer meer groen hebben opgeworpen. Nog meer groen.
De tomaten, de Maya's tonen kleuring, heel voorzichtig. Het wachten is op zon. De dame aan wie ik een peperplantje gaf vele maanden geleden, zongebruind terug uit Spanje jubelde dat ze er 3 pepers aan had, groen, het wachten was op zon.
Ik dip en ook weer niet. Ik verlang naar zon. Meer dan ik kan zeggen verlang ik naar de zomer.
Kate
28 augustus 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten