zaterdag 9 april 2011

Denken over een volkstuin

Sinds ik tuinier vraagt men mij regelmatig of het niet tijd wordt voor een tuin. Graag! Maar aangezien ik vandaag of morgen niet uit hartje Amsterdam wil verhuizen en een huisje met tuin in de buurt onbetaalbaar is, is het ongevraagde advies dan vaak om eens aan een volkstuintje te denken.

Hartelijk dank maar nee, dank u en wel om diverse redenen. Het is te leuk om elke minuut of vaker naar buiten te kijken, het landgoed over te lopen, te bukken en te turen, - het klinkt bijna als een Ramses Shaffy-achtig lied - te bewonderen! Dat kan niet als ik eerst een kwartier of langer op de fiets moet.

Tuinieren op een volkstuin moet je plannen: als je daar bent, kun je niet hier zijn - hier hoor ik Cruyff spreken - als je hier bent, ben je niet daar. Je moet je spullen op de juiste plek hebben, mag liefst niets vergeten mee te nemen want je kunt niet even terug naar huis om het te halen.

Op zo'n tuin zijn mensen, je moet sociaal zijn of doen. Er worden bingo's en andere gezelligheden georganiseerd: het is een club, een gemeenschap en 'doe toch gezellig mee'. Nee dank, ik bingo al twee keer per maand met mijn vader in het verzorgingstehuis en zelfs dat is me vaak te veel.

Erger, er is op zo'n volkstuincomplex meestal verplichte corvee en tja uhm... Elke maand een half uur hekwerken schilderen of weet ik wat men moet doen - nee, toch maar liever mijn eigen corvee hier in en om huis waar ik mijn klusjes kan doen wanneer het mij uitkomt en hoe ik het wil.

Hoe ik het wil is op het landgoed onderdeel van het avontuur. Ik besef goed dat ik een naïeve tuinierster ben. Ik maak me niet al te druk, ik probeer eens wat en als het mislukt: jammer dan. Waar het aan ligt maakt in feite niet uit en meestal geef ik vocht en schaduw de schuld. 

Vorig jaar kon ik dat doen zonder al te grote gevolgen - ach, dit jaar zijn de gevolgen vast niet heel veel groter maar ik ben ouder, wijzer, scherper misschien. Mijn aarde, mijn zaad zijn niet meer vers-uit-het-pak. Niet alle bakken waren nieuw. Er zijn plantjes verplaatst.

Zelfs al tuinier ik in bakken, niet in aarde maar in potgrond, in de stad op de vierde etage, bijna helemaal beschut tegen de elementen en ongewenste fauna, ik besef dat zelfs dan tuinieren niet zonder risico's is. Inderdaad, het naïeve - als het er al ooit echt was - is er wel af.

Ik weet meer dan ik wist toen ik begon maar nog steeds experimenteer ik. Dat is onderdeel van mijn plezier, de opborrelende grinnik als ik zie dat het werkt. Vorig jaar groeide er een tagetes uit de onderkant van de aardbeienbak. Het werkte! En ik probeerde d.m.v. lonten mijn vochtprobleem op te lossen. Dat werkte minder goed of niet.

slabonen
Op 6 april jl. - veel te vroeg volgens alle informanten op het internet, in de boeken en op de zaadzakjes - vertrouwde ik slabonen en pronkbonen toe aan de aarde. 

pronkbonen
Veel te vroeg maar het is warm voor de tijd van het jaar, we lopen een paar weken voor op het seizoen en, de echte reden, ik ben ongeduldig. We zullen zien hoe het gaat, er is tijd en zaad genoeg om later - zo nodig - nog wat bij te zaaien.

extra ruimte d.m.v. groeizak
Gisteren creëerde ik, geïnspireerd door wat Engelsen een growing bag (groeizak) noemen, een tja wat? Een extra stukje aarde. Ik had voor de eerste bak nog wat ruimte over. Te klein voor een bakje en te groot om als gat open te houden. Nu staat er een kleine hoge plastic zak gevuld met aarde waar ik waarschijnlijk extra nasturtium ga zaaien.

Dat is nodig want, zoals ik al schreef, het landgoed biedt alweer een onderdak aan allerlei beestjes. Na het zaaien van de bonen ben ik er extra alert op omdat slakken boonzaailingen zo lekker vinden. Maar wat schetst mijn verbazing? Ik zie vooral bladluis.

Bladluis waar die niet zou moeten zitten: in bakken waar de knoflook staat terwijl knoflook bladluis tegen zou moeten gaan. Tussen en op de bladeren van de krokusjes, bollen die zo goed als geen natuurlijk vijanden hebben - zegt men.

Nu heb ik toch maar een knoflookaftreksel gebrouwen omdat dat overal wordt geroemd als bestrijder tegen allerlei ongedierte. Dit is het recept:

Diverse teentjes geplette knoflook tot een hele bol
Een halve liter water, net van de kook af
Eventueel een theelepel zonnebloem olie
Eventueel een paar gedroogde Spaanse pepers
Een theelepel afwasmiddel of zachte zeep

lente-ui
Een nacht laten trekken, daarna zeven en verdunnen met 20 delen water op 1 deel van deze knoflookthee.

Wel, dat laatste heb ik niet gedaan :-). Maar ik heb gesproeid (de rest van het vocht bewaar ik in de koelkast in een afgesloten spuitfles) en ik heb de luis met mijn vingers van de plantjes afgehaald. Heel irritant is dat ze ook op mijn net opkomende sprietjes lente-ui zitten. 

tussen de pluksla
Het hele landgoed baadt in een aroma van knoflook. Het lijkt niet of nog niet te helpen. Meerdere keren per dag, dat is zo heerlijk van een landgoed-aan-huis, zit ik op mijn hurken en kijk naar het leven tussen en op de plantjes. Er is leven, leven dat er niet hoort te zijn. God hoort mij brommen! 

En, verzuchten dat het nu wel erg makkelijk zou zijn om lid te zijn van een volkstuin want ik zag iets waarvan ik niet weet wat het is. 

tussen krokus (l.) en knoflook (r.)
Kan niet eens omschrijven wat het is. Het zit in de aarde, half erin, half erboven, tussen de pluksla in bak F. Het zit verscholen in de aarde tussen de krokus en de pot knoflook in bak G. 

Het is wittig en slijmerig maar toch ook weer niet. Het zijn open buisjes waar duidelijk iets uit is gekropen of ontpopt of misschien niet. Ja, ik zag ook enkele, weinig, witte balletjes - dat zijn slakkeneitjes maar ik zie geen slakkensporen of slakken. Ik zie wel heel veel groene luis in het krokusloof maar niet in de sla.

op een schoteltje ter identificatie
Het is een raadsel! Ik besef dat ik het raadsel maar beter kan oplossen maar na mijn gebruikelijke rondjes Google ben ik er wederom niet uitgekomen. Wat is het toch lastig met die diertjes in de tuin. Je ziet wel plaatjes van het beest zelf maar dit is geen beest. Was hoogstens zijn of haar huis of omhulsel. Grom! Brom!

Ik heb voorzichtig met een vleesvorkje de grond wat geruld, jammer dan van het verse zaaigoed. Ik dacht opeens te begrijpen waarom men schoffelt maar later las ik dat schoffelen tegen onkruid is en dit is duidelijk iets anders :-). Iets onder de oppervlakte ontdekte ik meer van die witte buisjes. Ik heb ze verwijderd en in de vuilnisbak gegooid. Ik heb nog maar eens gesprayd met knoflookthee.

Morgen ga ik weer op mijn hurken voor de bakken zitten turen. Dat is wat ik kan doen nu ik niet weet wat het is. Morgen ga ik bier kopen en biervallen zetten tegen slakken die ik misschien heb maar niet vond na die ene die zo schattig op de foto kwam :-).

Dit is waar ik als naïeve solo-tuinier van een groots landgoed tegenaan loop. Dit is waarom ik mijn gedachte liet gaan over de voors en tegens van een volkstuin. Vooralsnog wegen de tegens zwaarder. Ik ben liever alleen met mijn tuin maar ik kan me voorstellen dat ik op een volkstuin veel zou kunnen leren, zou kunnen vragen: wat is dit? En misschien zou iemand antwoord geven.

Misschien geeft iemand antwoord.

Kate
9 april 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten